Verhaaltjes Uit Mijn Jeugd
Aan het eind van het kleuterschooljaar werd een toneelstukje opgevoerd door de kinderen. Mij werd de rol van kabouter toebedacht. Een overigens volledig stomme rol. Doch Arie zag er tegenop als moest hij een drie uur durende monoloog voeren in de schouwburg. Pa echter had zich voorgenomen dat zoonlief over zijn schroom moest worden heen geholpen. Op de fiets werd ik bij het schooltje afgeleverd, na onderweg een vluchtpoging te hebben ondernomen. Pa zei: “Vooruit maar, het zal best meevallen”. Met een pruilend lipje vertrok de toneelspeler. Toen het geheel achter de rug was, was Arie bijna niet van het toneel af te sleuren.
   Kabouter Arie onder de pijl
1957 – Ik ben 5 jaar oud. Een leeftijd waarop, in vergelijking met andere nog komende jaren, veel gebeurde. Daar ik de laatste tijd nogal last van keelpijn had vertelde ma: “Het is beter dat de dokter in het ziekenhuis eens naar jou keeltje kijkt”. Nu, dat kon natuurlijk geen kwaad. Op een goede dag werd ik door Pa en Ma in het Zeister Ziekenhuis afgeleverd om de amandelen te laten verwijderen. Parmantig stappend, met in de rechterhand een klein koffertje waarin een pas gestreken pyjama zat. Ma zei: “zo Arie, nu neemt deze zuster je mee, en als we je morgen komen halen heb je geen last meer van je keelpijn”. Zielig kijkend geef ik Pa en Ma een zoen.
Bladzijde 3