1957 – Ik ben 5 jaar oud. Een leeftijd waarop, in vergelijking met andere nog komende jaren, veel gebeurde. Daar ik de laatste tijd nogal last van keelpijn had vertelde ma: “Het is beter dat de dokter in het ziekenhuis eens naar jou keeltje kijkt”. Nu, dat kon natuurlijk geen kwaad. Op een goede dag werd ik door Pa en Ma in het Zeister Ziekenhuis afgeleverd om de amandelen te laten verwijderen. Parmantig stappend, met in de rechterhand een klein koffertje waarin een pas gestreken pyjama zat. Ma zei: “zo Arie, nu neemt deze zuster je mee, en als we je morgen komen halen heb je geen last meer van je keelpijn”. Zielig kijkend geef ik Pa en Ma een zoen.