Verhaaltjes Uit Mijn Jeugd
“Hier”, zegt ze dan, “eet maar lekker op jochie, dat is goed voor je”. Fantaserend loop ik naar haar huis toe. Een paar dagen geleden had ze al tegen me gezegd “Als je over een paar dagen jarig bent krijg je iets heel moois van Oma”. Ik kan maar niet bedenken wat het zal zijn. Ik loop over het grindpad naar de achterdeur van Oma’s huis, en ga naar binnen. Daar staat ze in de keuken. “Ha jarige” zegt ze. “Kom maar eens gauw met Oma mee”. We lopen de huiskamer in. “Hier”, zegt ze, en stopt me een grote sinaasappel in mijn handjes. De grootste die ik ooit heb gezien. “Dank u wel Oma” zeg ik enthousiast. Oma glimlacht. Ze strijkt vertederd door mijn haar en denkt ‘Ik had gedacht dat hij teleurgesteld zou zijn, maar zie nu eens hoe blij hij is met zijn sinaasappel’. Nu kan ze het niet langer voor zich houden. Ze zegt “Ga maar eens in de bijkeuken kijken”. Nieuwsgierig doe ik wat ze zegt. Ik doe de deur open, en wat staat daar? Een spiksplinternieuwe knalgele autoped! Met een achterrek, en een rem! Ik kan het bijna niet geloven. Oma zegt “Toe, ga er maar eens mee rijden”. Na Oma bedankt te hebben ga ik met de step de straat op. En daar ga ik dan, steppend zo hard ik kan. Zie die buurtkinderen eens jaloers kijken. Ik rij naar hen toe. “Kijk”  zeg ik “die heb ik van mijn Oma gehad!”

Augustus 1958. Ik ga voor het eerst naar de grote school. Ma brengt me er naar toe. Het is wel een beetje vreemd. Bij het schoolplein aangekomen zie ik allemaal moeders met hun kinderen. Dan gaat de schooldeur open. Ma en ik gaan als eersten naar binnen. In de gang staat een mevrouw te wachten. Ze komt naar ons toe en zegt tegen mij “Hoe heet jij?” “Arie mevrouw” zeg ik. Ze aait over mijn haar en zegt “Zeg maar Juf tegen mij”. Ze neemt me bij de hand en we lopen de klas binnen. De Juf zegt “Nu zal ik dan maar een plaatsje voor je uitzoeken?” Ik mag helemaal vooraan zitten. Bovenop de bank is een uitgehold vak waarin een potlood en een kroontjespen liggen. “Daar gaan we mee leren schrijven” zegt de Juf. Inmiddels zijn de andere kinderen met hun moeders ook binnengekomen. Alle kinderen krijgen een plaats aangewezen door de Juf. Dan gaan de moeders weg. Ik zeg Ma gedag. Sommige kinderen beginnen te huilen.

December 1959. Ik ben 7 jaar oud. Er is iets heel ergs gebeurd. Oma Van den Brink is erg ziek geworden. Ze ligt al een poos in het ziekenhuis. Op een keer zijn we Oma gaan bezoeken. Ze lag daar in een groot wit bed, met een slangetje in haar neus. Ze glimlachte tegen ons. Toen we weer thuis waren zeiden Pa en Ma tegen ons dat Oma heel erg ziek was.
Bladzijde 6