Met Ma ging het helemaal niet goed. Ze werd steeds magerder. De specialisten hadden in feite alle hoop opgegeven. Sinds geruime tijd bezocht ze nu een arts in Zeist die haar enkele malen per week injecties gaf met homeopathische middelen. Aanvankelijk had dat nogal succes, maar uiteindelijk moest ook hij de behandeling stoppen omdat ma te mager was geworden om nog langer geïnjecteerd te worden. In de weken die volgden werd zij steeds magerder. Deze periode was voor ons gezin niet gemakkelijk. Ik herinner me dat Marja en ik samen met Oma Schaap, die vaak bij ons logeerde om Ma te helpen, op zondag naar de kerk gingen in het gebouw Hebron. Aan het eind van de dienst deelde de dominee aan de mensen mede dat ma ernstig ziek was, en bad om herstel. Ik geloof dat ik op dat moment pas goed besefte hoe ernstig Ma er aan toe was.