Verhaaltjes Uit Mijn Jeugd
het tijdperk van de puberteit was in volle gang. Niet dat er drastische veranderingen waren opgetreden, maar ik overdacht de dingen meer, en intenser. De klas was nogal gewijzigd. Buiten mijn schoolkameraden Gerard den Daas en Cor de Zeeuw uit Doorn, Gert-Jan de Bruin uit Wijk bij Duurstede, Henk Woudenberg en Gerard Beens uit Driebergen waren er alleen nog meisjes in de tweede klas, die bestond uit 20 leerlingen. Het zou voor de hand liggen dat het handjevol jongens een gouden tijd had tussen al die meisjes. Maar vreemd genoeg waren zij nauwelijks belangrijk voor ons. De handje-pepermuntjetijd met het vriendinnetje was voorbij. We hadden het veel te druk met aan elkaar onze mannelijkheid te bewijzen door flink, en opschepperig te doen. We voelden ons, tegenover de jongens uit de eerste klas, hele binken. En deze jongens waren dan ook het doelwit van onze plagerijen. Zo was daar Jos van Donselaar, zoon uit een kinderrijk gezin waarvan de vader in Driebergen de bijnaam ‘De Bizon’ had. Waarom hij deze bijnaam had is mij nooit duidelijk geworden. Echter als dat iets te maken heeft met zijn mannelijke kwaliteiten dan sloeg deze bijnaam terecht ook op zijn zoon Jos. Deze had mannelijke onderdelen welke zonder enige vorm van overdrijving fors genoemd mogen worden. Wij tweedejaars hadden er lol in om Jos, die een beetje bang was uitgevallen, te dreigen met een pak op z’n duvel tenzij hij zijn apparaat uit zijn broek haalde. Als dat moment was aangebroken waren wij bijna sprakeloos. Verder gebeurde er niets, alleen bewonderend kijken. De uiterlijke veranderingen, aan zowel de jongens als de meisjes, werden onderling nogal eens besproken in de vorm van ‘wat heeft die een grote tieten’ of ‘kan jij dit of dat’. En hoe lang is de jouwe? Allemaal niet zo bijzonder dus, echter op een vreemde manier spannend. Of de anderen dat ook zo ervaarden? Ik weet het niet, daar sprak je nou net niet over. Het was ook niet verwarrend, meer plezierig eigenlijk. Veel bijzonderheden betreffende het tweede schooljaar kan ik me niet herinneren. Met leren had ik geen moeilijkheden.
Bladzijde 14